Durins Volk is in het universum van J.R.R. Tolkien een van de zeven grote huizen van de dwergen. De dwergen woonden in de Khazad-dûm en het huis was het rijkste en belangrijkste dwergenhuis in Midden-aarde. Ze werden zo schatrijk door de vondst van mithril in Moria. Omwille van hun karakteristieke baarden werden ze ook wel Langbaarden genoemd.
De eerste koning van het huis was de legendarische Durin I de onsterfelijke, die gecreëerd werd door Aulë. Na de Eerste Era nam de rijkdom van de Khazad-dûm sterk toe toen de oude steden Nogrod en Belegost verwoest werden. Toen Sauron poogde om de Khazad-dûm in te nemen werd hij weerstaan door een groot dwergenleger en kon hij niet verder geraken. Na deze overwinning begon het volk af te nemen. Durin VI groef echter te diep naar mithril en wekte Durins vloek, een Balrog. Deze Balrog bracht een groot deel van de dwergen om. In III 1980 doodde hij Durin VI en het jaar daarop zijn zoon Nain I. Toen verlieten de dwergen Moria.
In de Derde Era leefden het merendeel van dit volk in de Grijze Bergen omdat zowel Moria en Erebor, hun tweede toevluchtsoord, verloren waren. Moria was veroverd door Sauron en Erebor was bezet door Smaug, de draak uit De Hobbit. Het volk werd herenigd in III 2941 toen Dáin IJzervoet de Slag der Vijf Legers won.