Een elektrode is een geleider die gebruikt wordt om contact te maken met een niet-metalen deel van een circuit of met een deel van het elektrisch circuit dat niet als vast onderdeel van dat circuit gedacht wordt. Michael Faraday stelde de naam elektrode samen uit de Griekse woorden elektron (barnsteen), waar het woord elektriciteit van is afgeleid en hodos voor weg.
Zo worden elektroden gebruikt om een meetapparaat te verbinden met de te meten schakeling of met het hoofd van een patiënt voor het maken van een EEG. Bij lassen wordt één elektrode verbonden met het werkstuk en is de andere de laselektrode. In galvanische opstellingen zijn het de elektroden die contact maken met de vloeistof en in een elektronenbuis verzorgen de elektroden het contact tussen "buiten" en "binnen".