Energietransitie

Zonnepanelen en windturbines bij een windpark in de Duitse deelstaat Rheinland-Pfalz

Energietransitie is de overgangsperiode in een maatschappij naar de situatie, waarin de energievoorziening structureel anders van aard en vorm zal zijn dan het bestaande, vooral op fossiele brandstof gebaseerde gecentraliseerde energiesysteem. In het nieuwe systeem is fossiele brandstof grotendeels vervangen door duurzame energiebronnen, is er veel aandacht voor energiebesparing en energieopslag, en is de energievoorziening decentraal georganiseerd. In Nederland wordt de overgang van overheidswege bevorderd.

Het met deze transitie verbonden beleidsdoel is door ruim 150 landen neergelegd in het Klimaatakkoord van Parijs. Dit klimaatakkoord werd gesloten om een halt toe te roepen aan de - als ongewenst beschouwde - stijging van de jaarlijkse, gemiddelde wereldtemperatuur, of global warming. Met het akkoord wil men de cumulatieve, dat is de van alle jaren bij elkaar opgetelde, gemiddelde temperatuurstijging op aarde, gemeten vanaf het begin van de industriële revolutie in Engeland (1750) tot heden, beperken tot minder dan 2 °C.[1] De overeengekomen afspraken die tot het verdrag voerden betekenden een doorbraak.[2] De uitwerking ervan verschilt echter sterk per land, en niet alle ondertekenende landen onderkennen de urgentie van een energietransitie. Er is wereldwijd veel discussie over de effecten en vormgeving van de energietransitie die sterk verschilt per land en in veel landen nog nauwelijks is begonnen. Uit een analyse van de huidige toezeggingen om de uitstoot tussen 2020 en 2030 te verminderen, blijkt dat bijna 75 procent van de klimaatbeloften gedeeltelijk of volledig onvoldoende zijn om bij te dragen aan het verminderen van broeikasgasuitstoot met 50 procent tegen 2030, en sommige van deze toezeggingen zullen waarschijnlijk niet worden gerealiseerd.[3]

In 2017 was het brandstofgebruik in de wereld 15% hernieuwbaar[4] met grote verschillen tussen landen. In Rusland 1%, Nederland 3%, de VS 8%, India 36%, Nigeria 84%. Het elektriciteitsgebruik was in de wereld 21% duurzaam, in Zuid-Korea 3%, Nederland 15%, de EU 30%, Brazilië 74%, Noorwegen 98%.[5] De CO2-uitstoot verschilt ook sterk per land en per persoon: China 7,7 ton pp; de VS 16 ton pp; Duitsland 10 ton pp; India 1,8 ton pp; Nigeria 0,5 ton pp.[6]

Energie- en klimaatonderzoekers van o.a. het Internationaal Energieagentschap hebben scenario's geschreven die een basis voor beleidskeuzes kunnen vormen omdat ze een beeld schetsen van verschillende denkbare ontwikkelingen, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en de organisatie van nieuwe energiesystemen.

  1. (en) Tekst van het Klimaatakkoord van Parijs
  2. Regeerakkoord 2017: ‘Vertrouwen in de toekomst’ 3.1 Klimaat en energie. Gearchiveerd op 17 mei 2023.
  3. [1], FEU-US
  4. In ontwikkelingslanden is brandstof vaak sprokkelhout en gedroogde mest. Dit is hernieuwbaar maar niet onuitputtelijk. Africa Energy Outlook, International Energy Agency
  5. World Energy Balances 2019, IEA Statistics
  6. Fossil CO2 emissions of all world countries, European Commission, 2018

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in