Ercole I d'Este | ||
---|---|---|
1431-1505 | ||
Hertog van Ferrara, Modena en Reggio | ||
Periode | 1471-1505 | |
Voorganger | Borso | |
Opvolger | Alfonso I | |
Vader | Niccolò III d'Este | |
Moeder | Ricciarda di Saluzzo |
Ercole I d'Este (Ferrara, 26 oktober 1431 — aldaar, 15 juni 1505) was van 1471 tot 1505 hertog van Ferrara, Modena en Reggio. Hij was een zoon van Niccolò III d'Este en opvolger van zijn broer Borso.
De republiek Venetië - die met Ferrara in conflict lag over het zoutmonopolie - viel tijdens Ercoles heerschappij op aanstichten van paus Sixtus IV zijn territorium binnen. De paus wenste dit gebied voor zijn neef Girolamo Riario te verkrijgen. Ercole werd echter door de meeste Italiaanse staten gesteund, inclusief zijn zwager hertog Ludovico Sforza ("il Moro") van Milaan - op wiens steun Sixtus had gerekend. Uiteindelijk werd deze in 1484 gedwongen vrede te sluiten maar Ercole moest daarbij wel Rovigo en de Polesine aan doge Giovanni Mocenigo afstaan.
De laatste jaren van Ercoles heerschappij verliepen vreedzaam en voorspoedig. Hij zette het mecenaat van zijn voorgangers voort en Ferrara bleef het centrum voor literatuur en kunst dat het al was. De dichter Matteo Maria Boiardo was er minister en de schrijver Ludovico Ariosto zijn beschermeling.