Es | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Essen als laanboom | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Fraxinus excelsior L. (1753) | |||||||||||||||||||
Botanische tekening | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Es op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De es (Fraxinus excelsior) is een loofboom uit de olijffamilie (Oleaceae), die van nature in Europa voorkomt. Het is een snelgroeiende (30–60 cm per jaar) boom die tot 40 m hoog kan worden. De es is, net als onder meer de wilg, geschikt om te knotten en heeft bovendien een groter vermogen om de wonden in te kapselen door middel van cambiumvorming, de wonden mogen echter niet groter zijn dan 15 cm anders duurt de insluiting veel langer.
De boom is bladverliezend en heeft een oneven geveerd blad, dat bestaat uit zeven tot dertien lancetvormige gezaagde deelblaadjes. De bladeren zijn kruiswijs tegenoverstaand. Essen bloeien voordat ze in blad komen.
De vruchten zijn voorzien van 'vleugels' die helpen bij de verspreiding door de wind. Voor 'zaad'winning kunnen de vruchten op twee tijdstippen geoogst worden. Als ze in de eerste helft van augustus groen geoogst worden kunnen ze direct uitgezaaid worden, omdat ze dan nog geen kiemrust hebben. Bij oogst in het najaar van afgerijpte vruchten moet eerst de dan ontwikkelde kiemrust gebroken zijn voordat ze gezaaid kunnen worden.