De Europese Rekenkamer werd in 1977 ingesteld om de begroting van de Europese Gemeenschap te controleren, de voorloper van de huidige Europese Unie.
De Rekenkamer controleert jaarlijks in hoeverre de rekeningen van de Europese instellingen betrouwbaar zijn en of hun financiële verrichtingen voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Daartoe neemt zij in haar jaarverslag een betrouwbaarheidsverklaring op, een van de instrumenten waarmee zij het Europees Parlement en de Europese Raad in staat stelt te beoordelen hoe de begroting van de Unie wordt beheerd. Naast dit accountant-achtige werk geeft de Rekenkamer ook op eigen initiatief een oordeel over de doelmatigheid van projecten die met Europese middelen worden gefinancierd.
Volgend op het Verdrag van Amsterdam zijn in 1999 de controle- en onderzoeksbevoegdheden uitgebreid, zodat efficiënter kan worden opgetreden tegen fraude ten koste van de communautaire begroting.