Flesvoeding is vloeibare voeding die met behulp van een fles met een daarop bevestigde zuigspeen wordt toegediend (zuigfles), meestal bedoeld voor een baby. De fles kan afgekolfde moedermelk, koemelk of kunstmatige zuigelingenvoeding bevatten. In de volksmond staat deze laatste variant bekend als flesvoeding.
Flesvoeding (kunstvoeding) wordt meestal gemaakt door het bewerken van koemelk. De natuurlijke caseïne / wei-eiwit verhouding in koemelk is 80% caseïne tegen 20% wei-eiwit. Terwijl de gewenste verhouding in kindervoeding 40% caseïne tegen 60% wei-eiwit is.
De eiwitten in de melk worden zodanig (chemisch) bewerkt dat ze beter verdragen worden, de dierlijke vetten worden vervangen door plantaardige en het water wordt verwijderd. Daarnaast worden er verschillende supplementen toegevoegd zoals vitamine D en K, ijzer en vezels. Er is ook speciale dieetvoeding zoals hypo-allergene voeding of voeding op basis van soja, omdat sommige baby's allergisch zijn voor koemelk of lactose niet goed kunnen afbreken. Daarnaast is er doelgroepenvoeding voor baby's met darmkrampen, overmatige honger, overmatig braken of verstopping.
De meeste flesvoeding is in poedervorm die opgelost moet worden in gekookt water. Ook is er kant en klare flesvoeding te krijgen, die vooral in ziekenhuizen wordt gebruikt.
Naast zuigelingenmelk (te gebruiken vanaf dag 1), opvolgmelk (vanaf 6 maanden) en peutermelk (vanaf 10 of 12 maanden) zijn er speciale soorten voeding verkrijgbaar, die helpen tegen kramp of geschikt zijn voor kinderen met een voedselallergie.
Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie raden wereldwijd borstvoeding aan als eerste keus als babyvoeding. Borstvoeding is immers goedkoop en altijd schoon. De kennis omtrent hygiëne en de beschikbaarheid van (betrouwbaar) water en brandstof is in veel (derdewereld)landen zeer slecht, waardoor veel kinderen voortijdig aan diarree en andere aan hygiëne gerelateerde infecties overlijden of ziek worden. In westerse landen gelden deze problemen minder. Daar is flesvoeding een alternatief, maar blijft de voorkeur gelden voor borstvoeding. Borstvoeding heeft namelijk naast genoemde aan hygiëne gerelateerde voordelen ook in de Westerse wereld legio voordelen. Zo is uit epidemiologisch onderzoek gebleken dat kinderen die ten minste zes maanden volledig borstvoeding krijgen een kleinere kans hebben op bepaalde allergieën en atopisch eczeem.