Gele treurwilg | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Cultivar | |||||||||||||||||||||
Salix sepulcralis (×) 'Chrysocoma' | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||||
|
De gele treurwilg, ook wel treurwilg genoemd, (Salix × sepulcralis 'Chrysocoma', synoniemen: Salix alba 'Vitellina Pendula', Salix alba 'Tristis', Salix sepulcralis 'Tristis', Salix chrysocoma) is een boom uit de wilgenfamilie (Salicaceae). Het is een kruising tussen Salix alba (schietwilg) en Salix babylonica (treurwilg). De gele treurwilg wordt veel aangeplant als sierboom in tuinen en parken. De boom kan 22 m hoog worden.
De treurwilg staat vaak aan het water.
De kroon is breed en koepelvormig. De gebogen takken dragen slanke, lange, gele twijgen die recht omlaag hangen. Deze cultivar met opvallend gele twijgen draagt vrouwelijke katjes, terwijl de bladeren zich al ontwikkelen.
De schors, die dik is, is bleek grijsbruin en bevat een netwerk van ondiepe richels.
De gele treurwilg heeft een verspreide bladstand. De bladeren zijn smal en puntig en zijn ongeveer 10 cm lang. Van boven zijn ze bleekgroen, de onderzijde is blauwachtig wit en is bedekt met fijne haartjes.