Genexpressie

Genen komen tot expressie doordat ze worden overgeschreven naar een mRNA-molecuul, dat vervolgens wordt vertaald naar een specifiek eiwit

Genexpressie is het tot uitdrukking brengen van bepaalde genen in het fenotype. Als een gen uit het DNA wordt omgezet naar RNA en vervolgens wordt vertaald naar een aminozuursequentie waaruit een eiwit ontstaat, komt een gen tot uiting. Genen coderen niet alleen voor eiwitten, maar ook voor functionele RNA-moleculen, zoals transfer-RNA en ribosomaal RNA. Verschillen in genexpressie zijn wat een cel een eigen gedifferentieerde karakter of functie geeft. Het reguleren van de genexpressie maakt het voor cellen mogelijk om verschillende eiwitten te produceren op het moment dat de cel ze nodig heeft.

Genexpressie komt voor bij alle bekende levensvormen. Zowel prokaryoten (bacteriën en archaea) als eukaryoten passen hun genexpressie aan als milieufactoren veranderen. Genexpressie is van groot belang tijdens de groei, omdat het betrokken is bij zowel celdeling als celdifferentiatie. Bij de ontwikkeling van meercellige eukaryoten van een zygote tot een volwassen individu, moeten afhankelijk van het weefsel waar de cel deel van uit gaat uitmaken, de juiste genen op het juiste moment en de juiste plaats tot uiting komen. Het fenotype wordt bepaald door de synthese van eiwitten waaruit het organisme is opgebouwd en door synthese van enzymen die specifieke aspecten van de stofwisseling katalyseren. Bij alle organismen wordt de genexpressie geregeld door regulatorgenen. In prokaryoten activeren regulatorgenen een repressor-gen dat hierdoor een repressor maakt. In eukaryoten coderen regulatorgenen voor bepaalde transcriptiefactoren die genexpressie reguleren.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy