De Gentse stadstram wordt sinds 1991 geëxploiteerd door de Vlaamse Vervoermaatschappij "De Lijn". Voordien werd de Gentse tram geëxploiteerd door de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Gent (MIVG). De MIVG is samen met het Vlaamse deel van de NMVB en de Antwerpse MIVA gefuseerd tot de Vlaamse Vervoermaatschappij "De Lijn".
Het tramnet omvat vier lijnen (T1, T2, T3 en T4) naar de deelgemeenten en aanpalende gemeenten van de stad (Evergem en Melle). De lijnen T3 en T4 kennen verschillende korttrajectdiensten die alleen rijden wanneer ze de stelplaats in Gentbrugge moeten in- of uitrijden. De totale lengte van het net bedraagt ongeveer 30 km.
De spoorwijdte bedraagt 1000 mm, de bovenleidingspanning 600 volt gelijkstroom en het tramnet is alleen geschikt voor tweerichtingstrams. Voor de komst van de PCC-cars in de jaren zeventig namen Gentse trams hun stroom af met een lyrabeugel. Nadien werd de pantograaf ingevoerd.