Godsdienstvrijheid (ook wel vrijheid van godsdienst, vrijheid van religie of religievrijheid genoemd) is een van de klassieke grondrechten. Het houdt in dat men de vrijheid heeft zelf te kiezen om tot een godsdienst toe te treden en deze te belijden en beoefenen. Zij biedt ook de ruimte te kiezen voor een godsdienstloze levenshouding. Het recht op godsdienstvrijheid is voornamelijk gericht op het beschermen van religies en geloofsovertuigingen tegen staatsinmenging. Het beschermt ook ongelovigen tegen staatsinmenging.[bron?]