De Golanhoogvlakte[1] (Golan, Hoogten van Golan, Golanvlakte of Golanhoogten) is een heuvelachtig gebied op de grens tussen Libanon, Syrië, Jordanië en Israël. De Romeinen duidden het gebied aan als Gaulanitis. In de oudheid was Golan een stad gelegen in de streek Basan ten oosten van het Meer van Tiberias en ten noorden van de Jarmuk. Het gebied valt voor een groot deel samen met het Syrische gouvernement Quneitra. Archeologische opgravingen tonen bewoning van het gebied sinds (in ieder geval) het Neolithicum. De burgerbevolking op de Golanhoogten bestaat uit Druzen naast kleinere aantallen alawitische Arabieren en soennitische Turkomannen; de overgrote meerderheid beschouwt zichzelf als Syrisch en heeft een Syrisch paspoort.
Gedurende de Zesdaagse Oorlog van 1967, veroverde Israël het grootste deel van het gebied op Syrië en begon in 1970 met het stichten van nederzettingen. In 1981 werden deze door Israël bezet en maakte een 'Golan Hoogten-wet'. De Verenigde Naties veroordeelden de Israëlische verovering, bezetting en annexatie in diverse resoluties, onder meer resolutie 497 van de Veiligheidsraad. Tot op heden wordt door de VN aangedrongen op een militaire terugtrekking uit het gebied en onderhandelingen met buurland Syrië. Gesteund door diverse VN-resoluties eist Syrië de volkenrechtelijk tot zijn territorium behorende Golanhoogten terug.
Libanon, en met name de Hezbollah, leggen een claim op een zeer klein gedeelte van de Golan (de Shebaa-boerderijen), maar die claim wordt niet door de Verenigde Naties gesteund. De VN beschouwen de Shebaa-boerderijen als een deel van Syrië, maar de grenstrekking in het verleden geschiedde niet altijd nauwkeurig.