De gothic novel, gotische roman of romantische griezelroman[1] is een literair genre dat mystery, romantiek en horror vermengt. Het ontstond in de tweede helft van de 18e eeuw in Engeland en kende ook nog veel succes tijdens de periode van de romantiek met Mary Shelleys Frankenstein en werken van Edgar Allan Poe. Een latere (uit het victoriaans tijdperk daterende) bekende roman in dit genre is Bram Stokers Dracula. De naam 'gothic' verwijst naar de (pseudo)middeleeuwse gebouwen waarin veel van deze verhalen zich afspelen. Terwijl deze extreme vorm van romantiek in zijn bloeiperiode in Engeland en Duitsland bijzonder geliefd was, waren er in het Nederlandse taalgebied niet zo veel auteurs die zich tot dit genre aangetrokken voelden.[2] De Engelse gothic novel stond echter wel aan de wieg van romantypes als de Duitse Schauerroman en de Franse roman noir.[3]
De 'uitvinder' van de gothic novel is de Engelse auteur Horace Walpole, die in 1764 met The Castle of Otranto: A Gothic Story de eerste roman in dit genre schreef.[4] In zijn voetsporen volgde Clara Reeve met haar The Champion of Virtue: A Gothic Story (1777). Hun verhalen spelen zich af in duistere, middeleeuwse kastelen waar bovennatuurlijke gebeurtenissen het lot van de personages bepalen. Heel wat van de schrijvers van gothic novels waren vrouwen; een van de invloedrijkste, Ann Radcliffe, schreef The Mysteries of Udolpho (1794) en The Italian (1797).
Na de bloeiperiode van de traditionele gothic novel (midden 18e tot midden 19e eeuw) volgde een periode van verminderde interesse, waarna het genre tijdens het fin de siècle werd geherwaardeerd. Het was vooral onder invloed van het succes van bioscoopfilms en pulpmagazines dat het genre in de 20e eeuw nieuw leven werd ingeblazen.