° | |
---|---|
aanhalingstekens | „ ” “ ” " " ‘ ’ ' ' |
accolade | { } |
afbreekteken | - |
apostrof | ’ |
beletselteken | … |
dubbelepunt | : |
gedachtestreepje of kastlijntje |
– — |
guillemets | « » |
haakjes | ( ) [ ] ⟨ ⟩ |
komma | , |
koppelteken | - |
liggend streepje | - – — _ |
omgekeerd uitroepteken | ¡ |
omgekeerd vraagteken | ¿ |
punt | . |
puntkomma | ; |
schuine streep | / |
uitroepteken | ! |
vraagteken | ? |
weglatingsstreepje | - |
Woordscheiding
| |
hoge punt | · |
spatie | |
ampersand | & |
apenstaartje | @ |
asterisk | * |
backslash | \ |
bullet | • |
accent | ′ |
caret/dakje | ^ |
emoticon | :-) |
gelijkteken | = |
graad | ° |
hekje | # |
munteenheidsteken | ¤ |
obelisk | † ‡ |
paragraafsymbool | § |
alineateken | ¶ |
procentteken | % |
promille | ‰ |
tilde | ~ |
trema | ¨ |
umlaut | ¨ |
laag streepje/underscore | _ |
sluisteken | | ¦ |
Ongebruikelijke typografie
| |
asterisme | ⁂ |
lozenge | ◊ |
interrobang | ‽ |
ironieteken | |
referentieteken | ※ |
dusteken | ∴ |
zero-width space | |
De graad wordt in meerdere temperatuurschalen gebruikt. Vaak wordt het symbool ° gebruikt, gevolgd door de eerste letter van de naam van temperatuurschaal (bijvoorbeeld 20 °C betekent 20 graden Celsius). Tussen het getal en het gradenteken hoort volgens adviesboeken en norminstituten een spatie te staan (5 °C). In de praktijk van onder meer KNMI en KMI is de schrijfwijze zonder spatie (5°C) gangbaar.[1] Volgens de gezaghebbende Schrijfwijzer van Jan Renkema (uitgeverij Boom, vijfde editie 2012) hoort het echter als volgt: de spatie vervalt bij de symbolen voor graad, procent en promille: 30°, 30 °C, 30° OL, 3%, 3,5‰. Beide schrijfwijzen zijn dus verdedigbaar.
Het woord graad komt van het Latijnse gradus, dat 'trede' betekent. (Ter vergelijking: het Latijnse scala betekent 'ladder' of 'trap'). In zijn algemeenheid wordt de term 'graad' gebruikt bij meetschalen die geen absoluut nulpunt hebben. Zo is 0 °C vrij willekeurig gekozen. In plaats van het vriespunt van water had men ook iets anders kunnen kiezen. Daardoor is er ook geen enkele reden waarom 10 °C tweemaal zoveel zou zijn als 5 °C.
Ook de kelvin K werd vroeger door een ° voorafgegaan, sinds 1967/1968 op de 13de conferentie van de CGPM (Conférence Générale des Poids et Mesures of Algemene conferentie voor gewichten en maten)[2] werd besloten om het op de volgende manier te noteren: 0 K = −273,15 °C. De reden hiervoor is dat de kelvinschaal wél een echt nulpunt heeft.[3] De temperatuur in kelvin is recht evenredig met de gemiddelde kinetische energie van de moleculen, en die kan niet negatief worden. Hier is dus sprake van een absoluut nulpunt.
Bekende temperatuurschalen:
Overige temperatuurschalen waarbij "graden" worden gebruikt: