De grootste-overschottenmethode (ook wel hare-methode of hamilton-methode genoemd) is een rekenmethode die bij verkiezingen wordt gebruikt om zetels toe te wijzen aan politieke partijen of geografische gebieden zoals kiesdistricten. Hierbij worden de eerste zetels verdeeld op basis van de kiesdeler. Vervolgens worden de resterende zetels toegekend aan partijen of gebieden met het grootste overschot aan stemmen.
Bij het berekenen van de zetelverdeling bij een politieke verkiezing is de grootste-overschottenmethode de meest onpartijdige methode omdat het grote noch kleine partijen bevoordeelt. Het zorgt voor een optimale zetel-stemverhouding en komt daarmee het dichtst in de buurt van het ideaal van evenredige vertegenwoordiging.[1] In de praktijk wordt deze methode gebruikt om de grootte van kieskringen te bepalen en om de nationale verkiezingsuitslag te bepalen.[2]
<ref>
; er is geen tekst opgegeven voor referenties met de naam :1