De Gylfaginning - "De begoocheling van Gylfi", "de apotheose van Gylfi" of de "de spot van Gylfi" - is na de proloog het eerste deel van de Proza-Edda van Snorri Sturluson. Het tweede deel van de Proza Edda heet de Skáldskaparmál en het derde Háttatal.
De Gylfanning beschrijft een vraag-en-antwoordspel waarin wordt bericht over de wereld van de Noordse goden, in het bijzonder over hun ontstaan en hun lotsbepaling. Tegelijk worden de hele schepping en het hele wereldbeeld uit de Edda-traditie erin geopenbaard.