Plaats in Nederland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Provincie | Groningen | ||
Gemeente | Midden-Groningen/ Groningen | ||
Coördinaten | 53° 14′ NB, 6° 43′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 11,23 km² | ||
- land | 9,98 km² | ||
- water | 1,24 km² | ||
Inwoners (2023-01-01) |
3.245 (289 inw./km²) | ||
Woningvoorraad | 1.352 woningen[1] | ||
Woonplaats (BAG) | 1349 en 3635 | ||
|
Harkstede (Gronings: Haakstee of Haarkstee) is een dorp in de gemeente Midden-Groningen en voor een klein deel in de gemeente Groningen in de Nederlandse provincie Groningen. Harkstede behoorde vanouds tot de landstreek Duurswold.
In 1821 telde het dorp 874 inwoners. Op 1 december 1869 telde het dorp - in de dorpskom - 281 inwoners. Daarna werd het veel meer uitgebreid - vooral als forensenplaats van de stad Groningen - en in 2004 waren er 2.726 inwoners en op 1 januari 2023 telde het dorp 3.245 inwoners. Hiermee was het dorp na Siddeburen het op een na grootste dorp van de toenmalige gemeente Slochteren.
Harkstede was sinds 1811 een zelfstandige gemeente, maar werd in 1821 samengevoegd met de gemeente Slochteren. In 1826 werd ook de gemeente Siddeburen hierbij gevoegd. Het dorp vormt bovendien een tweelingdorp met Scharmer, nadat dit in 1824 zijn eigen kerkgebouw verloor. Door recente nieuwbouwprojecten is Harkstede sterk uitgebreid, waardoor het westelijke deel van Scharmer (met inbegrip van het middeleeuwse kerkhof) nu tot Harkstede wordt gerekend.
Onder Harkstede valt ook de buurtschap Klein Harkstede, dat tegen het dorp Middelbert aan ligt en sinds 1962 deels (en sinds 2017 volledig) onder de gemeente Groningen valt. Ter onderscheiding daarvan werd het dorp Harkstede vroeger ook wel Groot Harkstede genoemd.
Onder het kerspel Harkstede vielen vanouds de buurtschappen Uitham, Hamweg (of Lageland) en Roeksweer.
In dit gebied ontstonden verder de waterschappen Kleine Harkstederpolder (1806/1868), Kwabbepolder (1818/1872), Veenpolder (voor 1829/1840), Groenwijk (voor 1832), Buringspolder (voor 1832), Scharmer Kloosterpolder (1845, deels), Groote Harkstederpolder (1848), Het Lageland (1877), Bakkerspolder (1899) en Meenteschaar (1906). Een aantal daarvan betrof kleinere gebieden die werden bemalen met een spinnekopmolentje.