Heffingskorting

Een heffingskorting is in de Nederlandse Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) een bedrag dat in mindering wordt gebracht op de te betalen belasting en premies volksverzekeringen. Er zijn er zeven voor de loonheffing en de inkomstenbelasting (inclusief de aflopende levensloopkorting, die in de wet alleen bij de overgangsregeling wordt vermeld), en nog twee alleen voor de inkomstenbelasting. Het totaal wordt in de wet de heffingskorting genoemd.

De gecombineerde heffingskorting bedraagt maximaal het bedrag van de gecombineerde inkomensheffing, dit is het totaal aan IB en premies vóór toepassing van de heffingskortingen. De IB en premies zijn bij elkaar dus niet kleiner dan nul. Als hierdoor de gecombineerde heffingskorting wordt beperkt vindt ook geen verrekening plaats met de verschuldigde heffing in een ander jaar.

Als de belastingplichtige een fiscale partner heeft dan kunnen de IB en premies van de belastingplichtige bij elkaar wel kleiner zijn dan nul, er vindt dan een uitbetaling plaats. Dit kan op basis van andere heffingskortingen dan de algemene, tot maximaal de door de partner verschuldigde IB en premies (dat wil zeggen, de IB en premies van beide samen zijn bij elkaar nooit kleiner dan nul). Voor de algemene heffingskorting wordt dit afgebouwd, zie aldaar.

Een heffingskorting die een vast bedrag is komt overeen met een belastingvrije som, gecombineerd met een gelijke verkorting van de eerste schijf, zodat het inkomen vanaf waar men in de tweede schijf valt hetzelfde blijft. Een heffingskorting die stijgt met het inkomen verlaagt de marginale druk, een heffingskorting die daalt met het inkomen verhoogt de marginale druk.

Bij een progressief belastingtarief met gegeven schijflengtes en -tarieven levert een heffingskorting die een vast bedrag is voor iedereen hetzelfde voordeel op, terwijl een belastingvrije voet voordeliger is voor hoge dan voor lage inkomens: als het marginale tarief voor de lage inkomens 30% en voor de hoge inkomens 60% bedraagt, komt een heffingskorting van € 1.500 voor de lage inkomens overeen met een belastingvrije voet van € 5000,-- en van slechts € 2500,-- voor de hoge inkomens.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in