Henri-Louis Bergson | ||||
---|---|---|---|---|
18 oktober 1859 – 4 januari 1941 | ||||
Henri Bergson
| ||||
Geboorteland | Frankrijk | |||
Geboorteplaats | Parijs | |||
Nationaliteit | Franse | |||
Overlijdensplaats | Parijs | |||
Nobelprijs | Literatuur | |||
Jaar | 1927 | |||
Reden | "Als erkenning van zijn rijke en energieke ideeën en de briljante vaardigheid waarmee deze voorgesteld werden." | |||
Voorganger(s) | Grazia Deledda | |||
Opvolger(s) | Sigrid Undset | |||
|
Henri-Louis Bergson (Parijs, 18 oktober 1859 – aldaar, 4 januari 1941) was een Frans filosoof die wordt gezien als een van de belangrijkste filosofen uit de 20e eeuw. De invloed van Bergson manifesteert zich voornamelijk in de traditie van de continentale filosofie. Zijn oeuvre bestaat uit vier hoofdwerken: om te beginnen het werk Essai sur les données immédiates de la conscience uit 1889, dan zijn tweede werk Matière et mémoire uit 1896 en tot slot de werken L'Évolution créatrice (1907) en Les deux sources de la morale et de la religion (1932). Voor zijn oeuvre ontving Bergson in 1927 de Nobelprijs voor Literatuur.
Een van de centrale noties in de filosofie van Bergson is zijn conceptie van tijd, die hij aanduidt met la durée, oftewel de duur. In zijn eerste werk, Essai sur les données immédiates de la conscience, introduceert hij dit begrip, waar hij het gebruikt als verdediging van de vrije wil. Het concept van la durée wordt in zijn tweede werk Matière et mémoire gekoppeld aan herinneringen (souvenir-images) die hij als representaties ziet van de geest (of het onstoffelijke).
De invloed van Bergson is meervoudig. Op de eerste plaats is hij invloedrijk gebleken in zijn eigen tijd, niet alleen op het gebied van de filosofie, maar ook op dat van de psychologie, van met name William James. Ten tweede heeft de filosofie van Bergson met zijn ideeën over de subjectieve ervaring van tijd veel navolging gehad in de 20e-eeuwse literatuur, bijvoorbeeld in het werk van Marcel Proust, Thomas Mann en T.S. Eliot. Tot slot heeft Bergson, na een periode van relatieve vergetelheid, via Gilles Deleuze, die in 1966 Le bergsonisme publiceerde, een aanzet gegeven voor enkele belangrijke inzichten voor het poststructuralisme (in het bijzonder door zijn concept van multiplicité).
Hij geldt tevens met Friedrich Nietzsche en Wilhelm Dilthey als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het vitalisme in de filosofie, dat een belangrijke rol speelde in de geschiedenis van de levensfilosofie.