Dit artikel is een deel van de serie over: de dialogen van Plato |
Vroege periode: |
Apologie van Socrates · Charmides |
Protagoras · Euthyphro |
Ion · Crito · Alcibiades I |
Hippias Major · Hippias Minor |
Laches · Lysis · Euthydemus |
Middenperiode: |
Cratylus · Gorgias |
Menexenus · Meno |
Phaedo · Symposium |
Staat · Phaedrus |
Late periode: |
Parmenides · Theaetetus |
Timaeus · Critias |
Sofist · Staatsman |
Philebus · Wetten |
Betwiste geschriften: |
Clitophon · Epinomis |
Brieven · Hipparchus |
Minos · Theages |
Alcibiades II · Minnaars |
Niet geschreven: |
Hermocrates · Ongeschreven leer |
De Hippias Major (Grote Hippias) is een op naam van Plato overgeleverde dialoog, waarvan to kalon (letterlijk: het Schone) het onderwerp is. Dit wordt geconcretiseerd in vragen als: Wat bedoelt iemand wanneer hij zegt dat iets mooi is? Wat maakt dat we iets mooi noemen? Wat is de essentie, de definitie van het begrip Schoonheid? De redeneringen die Socrates gebruikt om de voorgestelde antwoorden te bestrijden munten niet uit in helderheid. Als het werk van Plato is, is het wellicht een vroege dialoog, geschreven rond 390 v.Chr. Sommigen hebben de authenticiteit van dit werk echter betwijfeld, onder andere omdat er in de oudheid nooit aan gerefereerd wordt, voor zover wij weten.