Hommels Fossiel voorkomen: Eoceen[1] — heden | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aardhommel op een bloem | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||
Bombus Latreille, 1802 | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Hommels op Wikispecies | |||||||||||||
|
Hommels[2] (Bombus) zijn een geslacht van insecten die behoren tot de familie Apidae. Er zijn wereldwijd ongeveer 250 soorten hommels die van nature voorkomen in Europa, Noord-Afrika, Azië, Noord- en Zuid-Amerika. Verschillende Europese hommelsoorten zijn door de mens geïntroduceerd in Nieuw-Zeeland en Tasmanië. In België en Nederland komen ongeveer dertig verschillende soorten voor, waarvan enkele zeldzaam zijn.
De meeste hommels zijn sociale insecten die in kolonies leven met een enkele koningin. Deze kolonies zijn vele malen kleiner dan die van honingbijen, en bereiken een grootte van vijftig tot enkele honderden individuen per nest. Hommels hebben een rond lichaam dat bedekt is met een zachte vacht van setae, wat hen een donzig uiterlijk geeft. Om predatoren af te schrikken hebben ze een aposematische kleuring, bestaande uit afwisselende kleurenbanden.
Net als bijen voeden hommels zich met nectar; ze gebruiken hun lange, uitrolbare tongen om de nectar uit de bloem op te zuigen. De nectar wordt verzameld en opgeslagen in het nest. Sommige hommelsoorten maken een gat rond de basis van een bloem om zo gemakkelijker toegang te krijgen tot de nectar, waarbij pollenoverdracht wordt vermeden. Hommels zijn belangrijke bestuivers voor de landbouw, maar nemen in Europa, Noord-Amerika en Azië in aantal sterk af. Deze achteruitgang wordt veroorzaakt door het kleiner worden van hun habitats, mechanisering van de landbouw en overmatig gebruik van pesticiden.