Homo heidelbergensis

Homo heidelbergensis
Fossiel voorkomen: Midden Pleistoceen
Schedel van Sima de los Huesos
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Mammalia (Zoogdieren)
Orde:Primates (Primaten)
Familie:Hominidae (Mensachtigen)
Geslacht:Homo (Mensen)
Soort
Homo heidelbergensis
Schoetensack, 1908
De opgraving naar resten van Homo heidelbergensis in de 'Gran Dolina' in Atapuerca, Spanje
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Homo heidelbergensis op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Zoogdieren

Homo heidelbergensis is een uitgestorven mensensoort die ongeveer leefde tussen de een miljoen en tweehonderdduizend jaar geleden.[1]

De soort werd in 1908 benoemd op basis van een in Duitsland gevonden kaak. Het is omstreden wat het begrip precies inhoudt. Soms duidt men er de laatste gemeenschappelijke voorouder van de moderne mens (Homo sapiens) en de neanderthaler of de denisovamens mee aan. Die voorouder leefde vermoedelijk minstens zeshonderdduizend jaar geleden in Afrika en Homo rhodesiensis valt dan onder H. heidelbergensis. Het is echter mogelijk dat de oorspronkelijke kaak dichter bij de neanderthalers stond. De naam H. heidelbergensis wordt daarom ook wel gebruikt voor "pre-neanderthalers", typen die tot een kleine tweehonderdduizend jaar geleden voorlopers waren van de klassieke neanderthaler. Daarvan zijn vooral in Spanje veel resten gevonden en die bepalen voor een groot deel ons beeld van Homo heidelbergensis. Tegelijkertijd leefden in Afrika vormen die er niet heel veel van verschilden, maar zouden evolueren tot de archaïsche Homo sapiens. Wegens de overeenkomst in bouw worden die ook wel onder H. heidelbergensis geschaard, hoewel ze op een andere afstammingstak lagen.

Homo heidelbergensis verschilde in uiterlijk niet sterk van de moderne mens. Vrouwen werden zo'n 160 centimeter lang, mannen 170 centimeter. Het brein was ongeveer even groot met 1200 cc. Het gezicht was met grote wenkbrauwwallen minder fijngebouwd. Een echte kin ontbrak. Het lichaam was gedrongen en stevig gespierd.

Homo heidelbergensis in ruime zin, dus inclusief Afrikaanse tak, bewoonde een groot deel van Europa, Afrika en het Midden-Oosten. Zijn leefgebied omvatte een veelheid aan landschappen en klimaatzones. Daar joeg hij op groot wild zoals herten, runderen, paarden en zelfs olifanten. Het merendeel van zijn energie haalde hij echter uit planten. De populaties kunnen niet groot geweest zijn. Soms stond de soort op de rand van uitsterven.

Als directe voorloper van de meest moderne mensentypen, zou Homo heidelbergensis verwacht kunnen worden ook een meer modern gedrag te tonen. Dat is echter maar zeer ten dele het geval. Zijn werktuigen bestaan voor een groot deel uit vuistbijlen die maar iets verfijnder werden dan de bewerkte stenen die Homo ergaster al fabriceerde. Een belangrijke sprong voorwaarts was het gaan beheersen van het vuur. Men leefde vermoedelijk grotendeels nomadisch maar er zijn ook kleine vaste nederzettingen gevonden en onderdelen van houten hutjes. Er zijn geen aanwijzingen voor uitgebreide begrafenisrituelen. Men kraste soms op botten. Afbeeldingen werden niet gemaakt. Wel smeerde men zich kennelijk in met pigmenten zoals rode oker. Volgens sommige onderzoekers kende Homo heidelbergensis al een gesproken taal, maar andere wetenschappers ontkennen dat.

  1. Cela-Conde & Ayala (2007), Lewin (2005)

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy