De Hoofdmannenkamer was van de 15e tot de 18e eeuw een rechtsprekend college van Stad en Ommelanden. De taak van de eerste hoofdmannen was het ondersteunen van de rechters van de Gemene Landswarf. Naarmate het aantal rechtszaken toenam mochten de hoofdmannen zelfstandig een deel ervan afhandelen. Vanaf het begin van de 16e eeuw waren ze een zelfstandig rechtscollege en bemoeiden ze zich geleidelijk ook met bestuurlijke zaken. Vanaf 1595 was de Hoofdmannenkamer uitsluitend een rechtscollege. In 1749 werd de Hoofdmannenkwamer een volledig provinciaal hof van justitie en werd de naam gewijzigd in Hoge Justitiekamer van Stad en Lande.