Hufterproof betekent zoveel als "bestand tegen vandalisme". De term wordt vooral toegepast op (de constructie van) gebouwen, van hun inrichting en (de bevestiging van) straatmeubilair en kunstwerken in de openbare ruimte. De volledig Nederlandstalige varianten van dit begrip (huftervast of hufterbestendig) zijn in de volksmond een stuk minder gangbaar.
Het laatste deel van het woord, proof, is naar analogie van bijvoorbeeld waterproof of foolproof uit de Engelse taal overgenomen.
Hufterproof is een term die midden jaren tachtig van de 20e eeuw voor het eerst gebruikt zou zijn, door het toenmalig bestuurslid van de Amsterdamse winkeliersvereniging Nieuwendijk, Han Reekers.
De maatregelen die getroffen moeten worden om objecten hufterproof te maken kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor het ontwerp en de kostprijs, waardoor uiteindelijk de realiseerbaarheid onder druk komt te staan. Ook de acceptatie van de objecten kan eronder leiden, want de kans is groot dat het uiteindelijke resultaat ook onpersoonlijker, killer en anoniemer wordt.
Als kritiek op hufterproof ontwerpen wordt weleens geopperd dat het de verkeerde aanpak is en niet de objecten veranderd moeten worden, maar het gedrag van de hufters moet worden aangepakt en dat hufterproof ontwerpen een bepaalde mate van tolerantie voor dit gedrag impliceert.