Huwelijkspartner

Beeld van Simon Carmiggelt en echtgenote Tiny, tegenover het gemeentehuis van gemeente Rheden
Het kerkelijk huwelijk tussen man en vrouw wordt hier door een geestelijke ingezegend.

Een huwelijkspartner is de (bij polygamie een) persoon met wie men gehuwd is. Het woord echtgenoot wordt afhankelijk van de context als synoniem gebruikt, of specifiek voor een mannelijke huwelijkspartner.[1] Een vrouw wordt dan aangeduid met echtgenote. In het meervoud wordt ook de term echtelieden gebruikt. Samen vormen twee getrouwde personen een echtpaar.

Eega, gade en wederhelft zijn formele Nederlandstalige synoniemen voor huwelijkspartner.[2][3] De huwelijkspartner van een vorst(in) wordt ook wel gemaal of gemalin genoemd.

Wetten hebben sinds het einde van de 20e eeuw soms bepalingen die bepaalde andere vormen van partnerschap in meer of mindere mate gelijkstellen met huwelijkspartner zijn. Eeuwenlang kon een persoon alleen een huwelijkspartner van het andere geslacht hebben. Sinds het begin van de 21e eeuw is het in steeds meer, voornamelijk westerse landen mogelijk om met een persoon van hetzelfde geslacht een burgerlijk huwelijk aan te gaan.

  1. Betekenis 'echtgenoot'. Gratis woordenboek. Van Dale. Geraadpleegd op 26 januari 2022. "mannelijke huwelijkspartner"
  2. Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 15e editie, 2015
  3. Eega / ega. Onze Taal. Gearchiveerd op 16 november 2020. Geraadpleegd op 2 december 2020.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy