De hypodermis (van Oudgrieks: ὑπό, hupó: onder, daaronder en δέρμα, dérma: huid, lederhuid) is:
de onderhuidslaag, die onder de dermis ligt, de subcutis
in de biologie is de hypodermis een cellaag, die direct onder de buitenste cellaag van een plantenspruit, de epidermis of zoals bij de wortel, de rhizodermis, ligt. Gedurende de groei van de wortel differentieert een deel van het topmeristeem in een oerbast, waaruit onder andere het bastparenchym en de hypodermis gevormd wordt.[1] De hypodermis kan of voor wateropslag of voor versteviging zorgen. In het eerste geval zijn de cellen dunwandig, in het tweede geval zijn de celwanden verdikt. Na het afsterven van de rhizodermis ontstaat uit de hypodermis een nieuw primair afsluitweefsel, de exodermis.
Bronnen, noten en/of referenties
↑Ulrich Kück, Gabriele Wolff: Botanisches Grundpraktikum. Springer, Berlin 2009, 3540886486, Abbildung S. 47