In de sociologie en de sociale psychologie is een in-groep[1] een sociale groep met wie een persoon zich identificeert als lid; oftewel waaraan iemand een sociale identiteit ontleent. De uit-groep is het tegengestelde: de groep met wie iemand zich niet identificeert. Mensen identificeren zich bijvoorbeeld met andere mensen van dezelfde cultuur, geslacht, club, geaardheid, religie, woonplaats, bedrijf, enzovoort. Sociale groepen kunnen geassocieerd worden met een zeer uiteenlopend aantal eigenschappen.
De begrippen 'in-groep' en 'uit-groep' zijn populair gemaakt door de in Polen geboren Britse sociaal-psycholoog Henri Tajfel en zijn collega's. Zij ontdekten dat mensen in enkele minuten een in-groep kunnen vormen en dat dergelijke groepen gevormd kunnen worden op basis van schijnbaar triviale zaken, zoals de voorkeur voor bepaalde schilderijen.[2]
Oxytocine speelt een belangrijke rol bij de hechting van opvoeder en kind, en wordt daarom ook wel het knuffelhormoon genoemd. Binnen de in-groep bevordert oxytocine altruïsme en binding, maar richting uit-groepen kan het agressief gedrag in de hand werken, vooral als deze groepen als bedreigend worden ervaren.