Incarnaat

Paestum, Detail van een muurschildering uit het 'Graf van de duiker', ca. 480 V. Chr, Incarnaat in de Griekse schilderkunst.

Incarnaat is een term uit de schilderkunst en kunstgeschiedenis. De term stamt uit het Kerklatijn[1] waar incarnatus ‘vleesgeworden’ betekent zoals in de tekst van de geloofsbelijdenis: ‘... et incarnatus est ...’. Hiervan afgeleid spreekt men in de medische wereld over een unguis incarnatus een in het vlees gegroeide nagel en in de schilderkunst over het ‘incarnaat’ voor de huidpartijen op een schilderij.

Het correct weergeven van huidtinten en lichtschakeringen op de huid werd gezien als een van de moeilijkste opdrachten van een schilder. Een van de redenen hiervoor is dat de lichamelijke kenmerken door de toeschouwer nauwkeuriger zullen bestudeerd worden dan bijvoorbeeld de draperingen omdat we gewoon zijn in het dagelijks leven bepaalde kenmerken van een persoon zoals ouderdom, gezondheid, emoties en dergelijke, af te leiden uit het aspect van de huid. Bovendien is de huid een complex gegeven: de huidtint is, ook al lijkt hij monochroom, toch het resultaat van een aantal subtiele nuances van kleur en van aspect. Bovendien is de huid noch opaak noch doorzichtig, maar heeft ze iets van beide wat tot complexe lichteffecten op de huid resulteert.[2]

  1. Incarnare of incarnatus komt niet voor in het klassieke Latijn.
  2. Ann-Sophie Lehmann, Fleshing out the body - The ‘colours of the naked’ in workshop practice and art theory, 1400-1600*, in: A.S. Lehmann & H. Roodenburg (Eds.), Body and Embodiment in Netherlandish Art (pp. 86-109). Zwolle: Waanders – 2008, p. 88.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy