Indiaas kastenstelsel

Het Indiase kastenstelsel is het gesloten systeem van jati's in India. Hoewel de vier varna's van brahmanen, kshatriya's, vaishya's en shudra's nog wel eens genoemd worden als de basis van het Indiase kastenstelsel, hebben deze vooral een theoretische betekenis en zijn het de jati's die het dagelijks leven beheersen.[1]:9 Om het onderscheid duidelijk te houden, kan varna daarom beter onvertaald blijven, terwijl jati zowel kaste als subkaste betekent.

Het kastenstelsel is met de ideeën van natie en etnoreligieuze gemeenschap een belangrijke uitgevonden traditie in India.[1]:366

Buiten de kerngebieden van het brahmanisme heeft kaste tot de koloniale tijd weinig invloed gehad. Over de invloed en de vorming binnen het kerngebied is veel controverse geweest. Een benadering geeft brahmanen een centrale rol die begonnen zou zijn in de Veda's, daarna geromantiseerd zou zijn in de Bhagavad Gita en uiteindelijk gecodificeerd in de Manusmriti. Een hierop aansluitende benadering is dat oriëntalisten kaste als de definiërende factor van de Indiase maatschappij zagen, waarna Britse kolonialisten ten tijde van Brits-Indië teruggrepen op de bijna vergeten Manusmriti, deze een centrale rol gaven en de hun bekende jati's onder de vier varna's indeelden, deze daarmee aan elkaar koppelend en door het gebruik tijdens het bestuur zouden de kasten daardoor een zelfwaarmakende beschrijving zijn geworden. Ook de bevrijdingsnationalisten zouden de Indiase samenleving daarna vanuit dit raamwerk hebben benaderd, zelfs in hun afwijzing van het kastenstelsel. Anderen stellen dat niet de brahmanen, maar de kshatriya's de bepalende varna waren. Dit laatste lijkt een goede beschrijving van de situatie in de militaire staten aan de rand van het brahmaanse kerngebied van voor de Britse kolonisatie, maar de invloed van de brahmanen kan moeilijk ontkend worden. Tussen deze uitersten overheerst dan ook het beeld dat varna en jati veranderlijke begrippen zijn geweest in de lange geschiedenis vanaf de vedische tijd.[1]:20-24

Na de onafhankelijkheid zag de overheid van het nieuwe India zich gedwongen een tegenstrijdig beleid te voeren waarbij enerzijds gepoogd werd om tot een kasteloze maatschappij te komen en het anderzijds het lot wilde verbeteren van achtergestelde kasten. Hoewel sindsdien grote groepen een groei van zeggenschap en welvaart hebben gezien, heeft dit beleid met reserveringen voor achtergestelde kasten het kastenstelsel verder bevestigd.

Hoewel de varna's voortkomen uit het brahmanisme en daarom vooral met het hindoeïsme worden geassocieerd, onderschrijven ook de aanhangers van andere religies delen van het kastenstelsel. Zo kwamen zowel Gautama Boeddha, de stichter van het boeddhisme, en Mahavira, de stichter van het jainisme, uit een lijn van kshatriya's en verwierpen niet zozeer de varna's als wel de positie van de brahmanen daarin. Dit werkte ook later door en zo zijn de sikhs zich bewust wie behoort tot de boerenkaste van de jat sikhs en wie behoort tot hogere kasten als de khatri en de arora, terwijl in Zuid-India sommige christenen zich wel laten voorstaan op hun brahmaanse afkomst. Voor moslims was het tot voor kort niet ongewoon om de rajput-idealen te onderschrijven.[1]:18

Ook Mahatma Gandhi verwierp het kastenstelsel niet, maar wilde onaanraakbaren en adivasi verheffen tot wat hij zag als de superieure levenswijze van de zuivere kasten.

  1. a b c d Bayly (1999)

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in