De Indiculus superstitionum et paganiarum (Latijn voor 'lijstje van bijgelovige en heidense gebruiken') betreft een lijst van 30 af te keuren gebruiken van de heidense Friezen en Saksen, die door de reeds gekerstende Franken in de 8e eeuw onderworpen waren.
De lijst is opgemaakt in kerkelijke kring, waarschijnlijk rond het eind van de 8e eeuw, in het Latijn en bevat enkele van de oudst bekende Nederlandse woorden, waaronder het woord nodfyr (noodvuur). In het manuscript staat de lijst direct na de Oudsaksische doopgelofte (ook wel Utrechtse doopgelofte geheten).