Producten, systemen of organisaties zijn interoperabel als ze zonder beperkingen samen kunnen werken. De term wordt vaak gebruikt in de IT (daar ook wel compatibiliteit genoemd), bij de spoorwegen, de medische sector en bij overheidsorganisaties bij onderlinge samenwerking en bij samenwerking met het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers.
Een woord voor product, systeem, organisatie, enzovoorts, is entiteit. Voor interoperabiliteit van entiteiten zijn standaarden, protocollen en procedures nodig voor de wederzijdse afstemming van de entiteiten. Bij fysieke entiteiten, zoals producten, apparaten en communicatiemiddelen, impliceert interoperabiliteit ook dat de gebruiker geen speciale moeite hoeft te doen om de entiteit interoperabel te laten zijn.
Interoperabiliteit is noodzakelijk als de samenwerking van entiteiten noodzakelijk is en als de entiteiten autonoom of heterogeen zijn. Netwerken zijn daar een voorbeeld van. Zonder interoperabiliteit functioneert een netwerk niet.