Iriseren (Grieks: iris = regenboog, ook iridiseren) is het natuurkundige verschijnsel van hoek-afhankelijke kleur en komt alleen voor bij structurele kleuren. Iriserende kleuren zijn het gevolg van breking en interferentie van licht in of aan het oppervlak van een voorwerp dat bestaat uit verschillende lagen met verschillende brekingsindices.[1] De kleurrijke uitstraling wordt vaak beschreven als dat het 'de kleuren van de regenboog' heeft. Een aantal voorbeelden zijn: olie op water, parelmoer of zeepbellen. Het verschijnsel wordt door mensen over het algemeen mooi gevonden.
Iriseren wordt veroorzaakt door meervoudige reflecties in (semi-)transparant materiaal. Hierdoor ontstaan faseverschuivingen in de na reflectie uittredende golven. Door onderlinge interferentie van deze ten opzichte van elkaar in fase verschoven golven ontstaan vervolgens weer modulatieverschillen, waarbij sommige golflengtes versterkt worden en andere juist verzwakt. De voor het iriseren verantwoordelijke reflecties ontstaan bijvoorbeeld in bergkristal door breking ten gevolge van kleine scheurtjes in het materiaal en in parelmoer doordat het materiaal is opgebouwd uit veel dunne laagjes.
Omdat het effect afhankelijk is van de kijkhoek kan het dynamische karakter van iriseren niet met fotografie worden vastgelegd.