Isolatie betekent in de verpleging dat iemand die ziek is wordt afgezonderd om te voorkomen dat andere patiënten worden besmet, of dat de patiënt wordt besmet door anderen (bijvoorbeeld bij immuungecompromitteerde patiënten). Het verschil met mensen die in quarantaine gaan is dat zij mogelijk niet ziek zijn en in afzondering blijven tot die kans uitgesloten is.[1]
Er worden een zestal vormen van isolatie onderscheiden: contactisolatie, druppelisolatie, aerogene isolatie, strikte isolatie, universele isolatie en beschermende isolatie.[2] Voor contactisolatie en druppelisolatie wordt gebruik gemaakt van eenpersoonskamers, voor de andere vormen wordt gebruik gemaakt van isolatiekamers.
In ziekenhuizen bevinden zich voor dit doel speciale kamers of afdelingen. Tijdens de coronapandemie worden stations voor intensieve zorg (intensive care) voorafgegaan door een sluis met onderdruk. Door de hogere druk in de patiëntenkamer stroomt de lucht in de kamer naar de sluis, waar de lucht wordt weggezogen en via filters het ziekenhuis verlaat.[3]