Het chemisch element antimoon (Sb), met een atoommassa van 121,760(1) u, bezit 2 stabiele isotopen: 121Sb en 123Sb, waarvan de eerste het meest abundant is (ongeveer 57%). Beide nucliden kunnen in theorie spontane splijting ondergaan. De overige 35 radio-isotopen zijn instabiel en hebben een relatief korte halveringstijd (de meeste minder dan een seconde).
De kortstlevende isotoop van antimoon is 103Sb, met een halfwaardetijd van ongeveer 100 milliseconden. De langstlevende is 125Sb, met een halfwaardetijd van 2,76 jaar.