Italiaans raaigras

Italiaans raaigras
Italiaans raaigras
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Poaceae (Grassenfamilie)
Onderfamilie:Pooideae
Geslachtengroep:Poeae
Geslacht:Lolium (Raaigras)
Soort
Lolium multiflorum
Lam. (1779)
Italiaans raaigras
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Italiaans raaigras op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Italiaans raaigras (Lolium multiflorum) is een tweejarige plant uit de grassenfamilie (Poaceae). Soms kan de plant onder zeer gunstige omstandigheden langer overblijven. Italiaans raaigras komt oorspronkelijk uit Lombardije in Italië en is voor het eerst in het begin van de negentiende eeuw in Schotland ingevoerd. Van daaruit is de zaadteelt naar Engeland en Ierland uitgebreid en werd zaaizaad geëxporteerd naar andere landen in Europa. Later zijn ook Nederland, Denemarken en Duitsland met de zaadteelt begonnen.

De planten zijn na het eerste jaar niet meer wintervast. Uit Italiaans raaigras is in Westerwolde Westerwolds raaigras geselecteerd. Er zijn zowel diploïde als tetraploïde rassen. De tetraploïde rassen hebben breder en donkergroener blad dan de diploïde.

Spruiten van Italiaans raaigras; jonge bladeren opgerold

De plant wordt 30-120 (soms tot 180) cm hoog en vormt een minder dichte zode dan Engels raaigras. De gladde stengels staan rechtop. De bladeren zijn in de schede nog opgerold (bij Engels raaigras gevouwen) en aan de bovenkant een klein beetje ruw. Op de overgang van bladschijf naar bladschede zitten een tongetje en oortjes. Het tongetje (ligula) is tot 1,5 mm lang en zoomvormig.

Italiaans raaigras bloeit eind mei en gaat na elke keer maaien weer bloeien. De bloeiwijze is een platte aar met een heen en weer gebogen, ruwe spil. De aar buigt meestal over. De aartjes hebben tien tot twintig bloempjes en zijn ten minste twee keer zo lang als de kelkkafjes. De kelkkafjes zijn ongeveer 6 mm lang. Het onderste kroonkafje (lemma) is ongeveer 6,5 mm lang en heeft een 5-10 mm lange kafnaald. De meeldraad heeft bleekgele, 4 mm lange helmhokjes. De vrucht is een graanvrucht.

De soort kan in vegetatieve toestand erg lijken op reuzenzwenkgras (Schedonorus giganteum), maar onderscheidt zich hiervan doordat in ieder geval het bovenste deel van de stengel hol is.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy