Jakhalsbes | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vruchten in boom | |||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Diospyros mespiliformis Hochst. ex A.DC. (1844) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Jakhalsbes op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De jakhalsbes (Diospyros mespiliformis) of Afrikaanse ebbenboom is een tweehuizige plant uit het de familie Ebenaceae, die verwant is aan de bekende kaki (Diospyros kaki). De soortaanduiding mespiliformis verwijst naar de vorm van de bessen en betekent mispelvormig. Zijn Nederlandse naam ontleent deze vrucht aan het feit dat jakhalzen deze bessen eten, de zaden kunnen worden gevonden in hun ontlasting.
De boom kan tot 25 meter hoog worden. De boom heeft een donkergroene kroon met uitgespreide takken. De stammen van volgroeide bomen zijn dik en stevig en hebben veel groeven en richels. Meestal spreiden de eerste dikke takken zich hoog boven de grond uit. De schors is donkergrijs en schilferig. De enkelvoudige, gladde en glanzende bladeren zijn ellipsvormig en hebben een gave of gegolfd rand. Vroeg in de lente kleuren de bladeren van de bomen donkergeel en vallen ze uit. De jonge bladeren verschijnen daarna in grote aantallen, ze zijn rossig, oranje of roodachtig van kleur en bedekt met donzige haren. De vrouwelijke bomen produceren vele witte, onopvallende, maar geurige bloemen. De circa 2,5 cm grote jakhalsbessen zijn rond tot eivormig. De kelkbladeren en de stampers van de bloemen blijven hangen aan de vruchten. De vruchten rijpen erg langzaam van geel naar paars, ze kunnen tot een jaar aan de boom blijven hangen. De bessen smaken zoet en zijn erg geliefd in Afrika.