Jakob Couven (Aken, 13 oktober 1735 – aldaar, 9 oktober 1812) was een Duits architect uit de late Barokperiode, die voornamelijk in de stedendriehoek Aken-Luik-Maastricht werkte. Met zijn vader Johann Joseph Couven, Laurenz Mefferdatis en Joseph Moretti behoort hij tot de grote bouwmeesters van de achttiende eeuw in Aken, en naast de Luikenaren Jean-Gilles Jacob, Barthélemy Digneffe, Jacques-Barthélemy Renoz en Ghislain-Joseph Henry, en de Maastrichtenaren François, Matheius en Mathias Soiron, kan hij gerekend worden tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de barokarchitectuur in het Prinsbisdom Luik en omgeving.[1]