Een jakobsstaf, graadstok of graadboog (Latijn: baculus jacobi) is een meetinstrument uit de 14e eeuw waarmee men hoeken kan meten, uitgevonden door Gersonides. Men kan er de hoogte of de breedte van een bouwwerk mee bepalen, maar ook de hoek van de zon ten opzichte van de horizon. Hiermee kan men tijdens navigatie op zee de breedtegraad vaststellen waarop men zich bevindt. De jakobsstaf is de voorloper van de sextant.
Voor de zeevaart werd het instrument waarschijnlijk in de 16e eeuw geïntroduceerd. Vooral in Holland is het lang in gebruik gebleven, tot in de 19e eeuw.[1]