Jannes Eggens | ||
---|---|---|
Persoonlijke gegevens | ||
Geboortedatum | 20 oktober 1891 | |
Geboorteplaats | Utrecht | |
Overlijdensdatum | 30 juli 1964 | |
Overlijdensplaats | Den Haag | |
Nationaliteit | Nederlands | |
Academische achtergrond | ||
Promotor | J.C. Naber | |
Wetenschappelijk werk | ||
Vakgebied | Rechtsgeleerdheid | |
Universiteit | Rechtshogeschool van Batavia (1935–1946) Universiteit Utrecht (1946–1957) Universiteit van Amsterdam (1957–1961) | |
Soort hoogleraar | Gewoon hoogleraar |
Jannes Eggens (Utrecht, 20 oktober 1891 - 's Gravenhage, 30 juli 1964) was een van Nederlands bekendste rechtsgeleerden[1] en Nederlands belangrijkste methodologisch denker over het recht van de 20e eeuw.[2] Onder juristen is hij vooral bekend door zijn bijdragen in het Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR) en zijn zitting in het ‘driemanschap’ dat na de dood van Eduard Meijers het nieuwe Burgerlijk Wetboek ontwierp.