De Java-oorlog (1825–1830) was een conflict in Midden-Java tussen de koloniale regering van Nederlands-Indië en inheemse bevolking uit de vorstenlanden Yogyakarta en Surakarta die in opstand kwam onder leiding van hun prins Diponegoro. Aan Javaanse zijde stierven vermoedelijk 200.000 inwoners; een tiende van hen in de strijd, de rest door honger en ontbering. Aan Nederlandse zijde kostte de oorlog het leven aan 15.000 regeringssoldaten, onder wie 8.000 Europeanen.[1]