De Joegoslavische partizanen, officieel het Volksbevrijdingsleger en Partizanen Detachementen van Joegoslavië (Servo-Kroatisch: Narodnooslobodilačka vojska i partizanski odredi Jugoslavije (NOV i POJ); Sloveens: Narodnoosvobodilna vojska in partizanski odredi Jugoslavije; Macedonisch/Servisch: Народноослободителна војска и партизански одреди на Југославија (Нов и поЈ) was een communistische organisatie van partizanen in Joegoslavië tijdens de Tweede Wereldoorlog
Ze streden van 1941 tot 1945 tegen het fascisme van de bezettingslanden nazi-Duitsland en fascistisch Italië, de Kroatische Ustašabeweging en later ook tegen de Servische nationalistisch-monarchistische Četniks.
Deze laatsten werden nog enige tijd met wapenleveranties gesteund door de geallieerden, totdat bekend werd dat deze ook wel gemene zaak maakten met de Duitsers. Daarop besloten de geallieerden de communistische partizanen te steunen.
Tot de Joegoslavische partizanen behoorden strijders uit alle Joegoslavische deelrepublieken en ook strijders uit de Sloveense bevolkingsgroep in Karinthie. Ze stonden onder leiding van Josip Broz Tito, beter bekend als Tito, die later tijdens een groot deel van de 20e eeuw de leider van Joegoslavië zou worden. Ook andere Joegoslavische staatslieden uit diens gevolg die politieke kopstukken werden in de naoorlogse Joegoslavische Federatie, zoals Milovan Djilas en Edvard Kardelj kwamen voort uit de partizanenstrijd.
Op 22 juni 1941 werd in het bos Brezovica bij Sisak in Kroatië de eerste partizaneneenheid opgericht. Dit was de eerste antifascistische militaire eenheid van niet alleen Kroatië, maar ook van de rest van Zuid-Europa. Tegenwoordig wordt deze dag nog als Dag van de antifascistische Strijd gevierd in Kroatië.