Johannes de Presbyter (Grieks: ὁ πρεσβύτερος, letterlijk: "de oudere"; als ambt: "de oudste") (c. 60 - 130 n.Chr.) was een belangrijke figuur in het vroege christendom. Hij werkte in Klein-Azië, in de regio van Efeze.
Johannes de Presbyter wordt beschouwd als de auteur van de brieven 2 Johannes en 3 Johannes in het Nieuwe Testament.[1]
Sommige kerkvaders identificeerden de leerling van wie Jezus veel hield met Johannes de Presbyter, die volgens Polycrates een joodse hogepriester was, waarmee historisch een zoon of neef van de hogepriester Annas zou kunnen worden bedoeld.[2]