Onder de naam justitiehuis (Frans: maison de justice/ Duits: Justizhaus) werd in België een laagdrempelige loketfunctie opgericht met als taak onder meer burgers te informeren, slachtoffers bij te staan en daders te begeleiden bij hun strafuitvoering.
De oprichting in 1999 is een gevolg van de justitiehervorming na de zaak-Dutroux. In feite werden een aantal bestaande diensten gehergroepeerd in het justitiehuis, aangevuld met een loketfunctie.
De voornaamste rol van het justitiehuis is de eerstelijnswerking. Rechtzoekenden kunnen er voor een eerste gesprek terecht bij een justitie-assistent of een advocaat. Meestal wordt met de cliënt bekeken welke gerechtelijke procedure voor hem het meest aangewezen is. Daarnaast houdt het justitiehuis zich ook bezig met bemiddeling in strafzaken en met slachtofferonthaal.
Het Vlinderakkoord van de regering-Di Rupo voorzag in de overheveling van de justitiehuizen van de Federale Overheidsdienst Justitie naar de gemeenschappen. Op 17 december 2013 werd hierover een samenwerkingsakkoord gesloten tussen de federale staat en de drie gemeenschappen. De bevoegdheidsoverdracht ging van kracht op 1 juli 2014; het personeel en de middelen werden overgedragen per 1 januari 2015. Voor de Vlaamse overheid vallen deze nu onder het Agentschap Justitie en Handhaving.
Voor elk van de 27 "oude" gerechtelijke arrondissementen is er een justitiehuis, maar aangezien zowel de Vlaamse als Franse Gemeenschap bevoegd zijn in Brussel ligt het totaal op 28.
In 2019 werd bekendgemaakt dat er een justitiehuis zal bijkomen voor het arrondissement Halle-Vilvoorde.