Kabinet-De Quay | ||||
---|---|---|---|---|
De bordesscène van de ministers van het kabinet-De Quay bij Huis ten Bosch op 19 mei 1959
| ||||
Coalitie | KVP, VVD, ARP, CHU | |||
Zeteltal TK | 49 + 19 + 14 + 12 = 94 | |||
Premier | dr. J.E. (Jan) de Quay | |||
Beëdiging | 19 mei 1959 | |||
Demissionair | 15 mei 1963 | |||
Ontslagdatum | 24 juli 1963 | |||
Voorganger | Beel II | |||
Opvolger | Marijnen | |||
Zetels in de Tweede Kamer
| ||||
Overzicht kabinetten | ||||
|
Het kabinet-De Quay was het Nederlandse kabinet van 19 mei 1959 tot 24 juli 1963. Het kabinet bestond uit de politieke partijen Katholieke Volkspartij (KVP), Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en de Christelijk-Historische Unie (CHU) na de Tweede Kamerverkiezingen van 1959. Het centrumrechtse kabinet-De Quay was een meerderheidskabinet dat zowel in de Eerste en Tweede Kamer kon rekenen op een ruime meerderheid. Het kabinet-De Quay was het eerste naoorlogse Nederlandse meerderheidskabinet zonder deelname van een Sociaaldemocratische partij.[1]
In de Haagse wandelgangen kreeg het kabinet-De Quay de bijnaam "het kabinet der staatssecretarissen", niet alleen vanwege het relatief hoge aantal staatssecretarissen in vergelijking met eerdere kabinetten, maar ook omdat enkelen van hen invloedrijker waren dan hun ministers. Zo had het kabinet zelfs een staatssecretaris van Algemene Zaken – een unicum in de Nederlandse geschiedenis – in de persoon van Norbert Schmelzer, wiens voornaamste taak het was als 'chaperon' op te treden voor de politiek nogal onervaren en onhandige premier.[2]