Kabinet-Drees I Drees II | ||||
---|---|---|---|---|
De ministers van het kabinet-Drees I in de Trêveszaal op 18 augustus 1952
| ||||
Coalitie | KVP, PvdA, CHU, VVD | |||
Zeteltal TK | 32 + 27 + 9 + 8 = 76 | |||
Premier | dr. W. (Willem) Drees | |||
Beëdiging | 15 maart 1951 | |||
Demissionair | 25 juni 1952 | |||
Ontslagdatum | 2 september 1952 | |||
Voorganger | Drees-Van Schaik | |||
Opvolger | Drees II | |||
Zetels in de Tweede Kamer
| ||||
Overzicht kabinetten | ||||
|
Het kabinet-Drees I (ook bekend als Drees II)[1] was het Nederlandse kabinet van 15 maart 1951 tot 2 september 1952. Het werd gevormd door de politieke partijen Katholieke Volkspartij (KVP), Partij van de Arbeid (PvdA), Christelijk-Historische Unie (CHU) en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) na de val van het kabinet Drees-Van Schaik op 25 januari 1951. Het centrum kabinet-Drees I was een meerderheidskabinet dat zowel in de Eerste Kamer en Tweede Kamer kon rekenen op een ruime meerderheid. Het kabinet-Drees I was een voortzetting van het vorige kabinet Drees-Van Schaik en de rooms-rode coalitie.[2]
Maar liefst zeven ambtsbekleders van het kabinet; Beel, Lieftinck, Van den Brink, Rutten, In 't Veld, Albregts en Muntendam waren werkzaam geweest als hoogleraar. Drie bewindslieden van het kabinet zouden later internationale topfuncties vervullen; Stikker secretaris-generaal van de NAVO, Mansholt eurocommissaris en voorzitter van de Europese Commissie, Lieftinck financieel directeur Wereldbank en financieel directeur Internationaal Monetair Fonds.