Een kade of kaai is een beschoeide of gemetselde oeverstrook. Oeverstroken worden meestal wal genoemd. Kenmerkend voor een kade is dat in extra faciliteiten voor het aanleggen van schepen is voorzien, zoals een verhard loopoppervlak (hout, steen, beton) boven op de wal, en bolders om schepen af te meren. Daarnaast wordt de benaming kade gebruikt voor een (lage) waterkering, bestaande uit een grondlichaam dat permanent belast wordt door een water met een relatief vast peil (een dijkje).
De hoogte van een (afmeer-)kade boven de waterspiegel wordt onder meer bepaald door de behoefte kleine (lage kade) of grote (hoge kade) schepen af te meren (dan ook wel aanlegkade of kademuur genoemd). Bij een kade die functioneert als waterkering, is de hoogte afhankelijk van de variaties in het waterpeil. Over het algemeen varieert dit niet zoveel. (Bij dijken spelen de stormvloedstand en het getijverschil ook een rol.)