Het Kardingermaar is een maar (watergang) in de provincie Groningen dat vroeger liep van Ruischerbrug naar Onderdendam. Het is grotendeels de grens tussen de voormalige gemeenten Bedum en Ten Boer.
Het vormde ooit de belangrijkste afwatering van het Vierendeel, het oostelijke gedeelte van de Innersdijken, dat zijn water naar het noorden, naar het Winsumerdiep bij Onderdendam afvoerde. Aan de oostzijde was een overtoom, de Rollen genaamd, die als scheepvaartverbinding diende met het Damsterdiep.
Na een verbeteringsplan, uitgevoerd halverwege de jaren 70 (20e eeuw) is de afwatering drastisch veranderd. Het gebied van het Vierendeel is samengevoegd met het gebied ten zuiden van Bedum en watert nu af via Harm Westerskanaal en het gemaal Casper Hommes aan het Boterdiep even ten noorden van Zuidwolde. Het water van het Kardingermaar stroomde oorspronkelijk via het Hooimaar in het Deelstermaar, maar werd omstreeks de dertiende eeuw naar het westen omgeleid via het Krommaar.
Op dit moment heet alleen het gedeelte van de spoorbaan Bedum - Stedum (hier bevindt zich een inlaat) tot het Harm Westerskanaal nog het Kardingermaar. De andere gedeelten die steeds een andere afvoerrichting hebben en daarom als aparte watergangen worden beschouwd, hebben hun oorspronkelijke, plaatselijke namen (terug)gekregen.