De kiemschijf, bilaminair blastoderm of embryonale schijf is de tweelaagse structuur van cellen in een embryo. Er zijn ook organismen met één cellaag, zoals sponzen. Bij mensen is deze in een acht dagen (vanaf de bevruchting) oud embryo aanwezig. Het wordt gevormd wanneer de binnenste celmassa, ook bekend als de embryoblast, een schijf met twee lagen vormt, een bovenste laag de epiblast (primitief ectoderm) en een onderste laag de hypoblast (primitief endoderm).[1][2][3] Deze twee cellagen zijn aan beide uiteinden uitgerekt tussen twee met vloeistof gevulde holtes: de primitieve dooierzak en de vruchtzak (amnionholte). Bij de triploblasten, waaronder de zoogdieren, vormt de epiblast een derde laag tussen de epiblast en de hypoblast, het mesoderm. Er is dan een kiemschijf, die bestaat uit drie kiembladen. Tweekiembladen (diploblastie) worden aangetroffen bij de neteldieren, eenkiembladen (monoblastie) bij de weefselloze Metazoa en het plakdiertje Trichoplax adhaerens.
De epiblast grenst aan de trofoblast en bestaat uit kolomvormige epitheelcellen; de hypoblast ligt het dichtst bij de blastocoel en bestaat uit kubusvormige cellen. Naarmate de twee lagen verder gevormd worden, vormt zich een basaal membraan tussen de lagen. Dit onderscheid in lagen van de kiemschijf definieert de primitieve dorso-ventrale as en polariteit in de embryogenese.[2]
De epiblast migreert naar beneden weg van de trofoblast en vormt tussen de tweelagen de vruchtzakholte, waarvan de bekleding wordt gevormd door amnioblasten die zijn ontwikkelen uit de epiblast. De hypoblast wordt naar beneden gedrukt en vormt de binnenlaag van de dooierzak (exocoelomische holte). Sommige hypoblastcellen migreren langs de binnenste cytotrofoblastische bekleding (laag van Langhans of exocoelomisch membraan) van het blastocoel en scheiden onderweg een extracellulaire matrix af. Deze hypoblastcellen en extracellulaire matrix worden het membraan van Heuser (of het exocoelomische membraan) genoemd. Ze bedekken het blastocoel voor het vormen van de dooierzak (of exocoelomische holte). Cellen van de hypoblast migreren langs de buitenranden van dit reticulum en vormen het extra-embryonaal mesoderm; dit verstoort het extra-embryonale reticulum. Al snel vormen zich holtes in het reticulum, die uiteindelijk samensmelten tot de chorionholte (extra-embryonaal coeloom).