Knoet VI | ||
---|---|---|
1162-1202 | ||
Koning van Denemarken | ||
Periode | 1182-1202 | |
Voorganger | Waldemar I | |
Opvolger | Waldemar II | |
Vader | Waldemar I | |
Moeder | Sophia van Minsk | |
Dynastie | Huis Waldemar |
Knoet VI (1162 — 12 november 1202), de twee koningen genaamd Hardeknoet niet meegerekend ook wel Knoet IV genoemd, was koning van Denemarken van 1182 tot 1202.
Hij was de oudste zoon van koning Waldemar I en Sophia van Minsk. Bij zijn aantreden raadde Absalon, de machtige bisschop en vriend van zijn vader, Knoet aan om geen hernieuwde eed van trouw aan Frederik Barbarossa te zweren.
Knoet voegde Pommeren aan Denemarken toe en leidde in 1197 een kruistocht naar Estland. Men vraagt zich af hoeveel persoonlijke invloed Knoet had op zijn regering, omdat bisschop Absalon veel invloed had. Over het algemeen wordt aangenomen dat hij het gewoon eens was met het beleid van de bisschop. Knoet wordt door tijdgenoten beschreven als een gelovig en eerlijk man.
Zijn vrouw was Gertrude van Beieren, dochter van Hendrik de Leeuw, hertog van Saksen. Omdat dit huwelijk kinderloos bleef werd Knoets broer Waldemar de nieuwe koning.