Kokosolie, ook wel kokosvet of klapperolie genoemd, is een tropische plantaardige olie die wordt verkregen door persen of extractie van kopra, het gedroogde witte vruchtvlees van de kokosnoot. Ongeharde en ongeraffineerde (vierge) kokosolie heeft een smelttraject van rond de 24–26 °C en is daarom in een gematigd klimaat meestal gestold, en dus een vet. In warmere omgevingen heeft het meestal een vloeibare consistentie, een olie. Geraffineerde en geharde kokosolie heeft een smelttraject van 30 tot 37 °C.
Kokosolie bevat van alle plantaardige oliën veruit de meeste verzadigde vetzuren. Deze vetzuren hebben een middellange keten, zoals laurinezuur, myristinezuur en palmitinezuur. Laurinezuur doet van alle verzadigde vetten het cholesterolgehalte het meest stijgen. De veronderstelde risico's aangaande hart- en vaatziekten die dit met zich meebrengen hebben ertoe geleid dat onder andere de WHO, de Amerikaanse FDA en het Nederlands Voedingscentrum de consumptie van kokosolie afraden.[1] De afgelopen decennia is er echter twijfel gerezen over het feit dat verzadigd vet een gevaar oplevert voor de gezondheid door verhoging van cholesterol. Waarschijnlijker is, dat er veel meer factoren een rol spelen in dit proces en dat de bewering "verzadigd vet is slecht" een onterechte oversimplificatie is.[2]
Sommige voedingsdeskundigen en gebruikers van kokosolie beweren dat laurinezuur antibacteriële en vetafdrijvende eigenschappen heeft. Tot op heden is er echter geen wetenschappelijk onderzoek dat deze claims ondersteunt en zijn er slechts persoonlijke, individuele getuigenissen die de beweringen staven.[3]